Het stuk weerspiegelt de onmacht en frustraties van een generatie Ierse plattelandsvrouwen die de boot van het huwelijk gemist hebben. Opgesloten in hun eigen woongemeenschap en in hun cocon van diep christelijke devotie gaat het leven aan hen voorbij. Het oogstfeest nadert. De god Lugh woedt rond in hun huis en in hun lichaam. De terugkeer van hun broer pater Jack uit Afrika, de komst van een onstuitbare industriële vooruitgang en het verschijnen van de vader van het natuurlijke kind van een van hen, dat als een levend bewijs van heidense ontucht hen dagelijks confronteert met een verstikkende waarheid die ze niet aankunnen, brengt de onmogelijkheid tot het uiten van hun meest elementaire gevoelens naar buiten.